Izaak Theodorus ter Bruggen Hugenholtz |
---|
geboren te IJsselstein in 1801, zoon van Fredericus Arnoldus Bernardus Hugenholtz en Maria Mertilda Cornelia ter Bruggen, Ned. Hervormd, liberaal, Thorbeckiaan, gehuwd te Dokkum op 4 september 1833 met Henrica Fockema. Hij is overleden te 's-Gravenhage, 25 januari 1871. Hem werd in 1823 vergund "Ter Bruggen" aan zijn achternaam toe te voegen. Zee-officier van 1826 tot 1846. Hij woonde Kleine Breedstraat B 104 (waar nu het linkerdeel van het postkantoor staat), was zakenman te Dokkum vanaf 1846 in firma van zwagers, lid stedelijke raad van Dokkum vanaf oktober 1846, lid Provinciale Staten van Friesland voor de steden (Dokkum) van 1 juni 1847 tot februari 1849, lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Dokkum van 13 februari 1849 tot 27 februari 1865, lid Raad van State van 1 februari 1865 tot 15 januari 1871. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ridder vierde klasse der Militaire Willemsorde. Verwierf de Militaire Willems Orde tijdens de gevechten in Zeeland in 1830. Thorbecke wilde hem in 1849 tot minister van Marine benoemen, maar koning Willem III blokkeerde dit. Op zijn voorstel werd op 21 december 1861 als blijk van wantrouwen in het kabinetsbeleid de begroting 'Onvoorziene Uitgaven' met de helft verminderd. Dit voorstel werd met 51 tegen 20 stemmen aangenomen. Het kabinet diende hierna zijn ontslag in. Hij was één der 'vroege' leden van de Fryske Krite.
|
© 2024 Lunb