Geboren in 1958 te Dokkum als zoon van Warner Banga en Berendje (Bé) Venema en gehuwd op 4 september 1980 te Dokkum met Ingrid Gerbensma; samen kregen ze drie dochters. Hij studeerde in 1979 af aan de Pedagogische Academie 'Claercamp' met als specialisaties geschiedenis en tekenen. Hij was onderwijzer in Metslawier en Dokkum en stapte in 2008 over naar het voortgezet onderwijs, waar hij tot 2019 werkzaam was als docent Nederlands aan het Dockinga College Vmbo-GT te Dokkum. Hij illustreerde 11 jaar voor de Nederlandsche Zondagsschool Vereniging (NZV). Als geboren en getogen Dokkumer (een echte Granaet) woont hij al meer dan 30 jaar in de binnenstad van Dokkum en was vele jaren lid van de Binnenstad Advies Raad. Door zijn grote passie voor de geschiedenis van Dokkum en wijde omstreken stond hij in 2001 aan de wieg van de Stichting Historia Doccumensis - waarvan hij nog steeds secretaris is - die in het Bonifatiusjaar 2004 het standaardwerk "Geschiedenis van Dokkum" uitgaf. Van 1993 tot 2005 bestuurslid van de stichting Monumentenbehoud Dongeradeel, waar hij besmet raakte met het ‘molen-virus’: elf jaar werkte hij aan het boek "Jim mutte komme: ut waait!" over molens en molenaars in Dongeradeel. Schreef in 2014 het boek "De geschiedenis van koren- en pelmolen Windlust - Burum" en in 2015 "Windscheppen op Ameland" over molens en molenaars op de Oäde Pôlle. Vrijwillig molenaar op de Dokkumer stadsmolens, verzamelt en publiceert over verdwenen molens en de historie van Noordoost-Friesland, sinds 2011 lid van de Namencommissie van de gemeente Dongeradeel en Noardeast-Fryslân en eindredacteur van 'De Sneuper' het officieel orgaan van de Historische Vereniging Noordoost-Friesland. In 2018 verscheen "Bierbrouwen in Dokkum" en in 2022 vertaalde hij "Siderius de Granaet" van Abe Brouwer in ut Dokkumers.