De precieze oprichtingsdatum is niet bekend.
Maar uit vroegere publicaties zijn wel degelijk aanwijzingen te vinden die tot een vrij nauwkeurige schatting leiden.
Hoe liggen die feiten. Wendelaar Bonga zegt in zijn 'Ook dit is Dokkum' (1958): "Het juiste jaar van oprichting heb ik niet kunnen uitvinden, maar als ik het jaar 1780 noem zal ik wel niet ver mis zijn. Het kan enkele jaren eerder maar ook wel een paar jaar later geweest zijn."
Maar in hetzelfde verhaal meldt hij: "De oude heer Schonegevel was in 1780 het middelpunt van een kring van beminnaars van geschied- en zedekundige wetenschappen. In deze kring, die dus bestond naast het muziekgezelschap werden de beste werken in genoemde vakken verschenen, gemeenschappelijk gelezen en vervolgens besproken." Dat duidt er op, dat het gezelschap zeker niet later dan 1780 ontstond.
Ook wordt door Mr. A. Telting in 'Het leven van Jan Willem de Crane' (De Vrije Fries, 1856, 7e deel, blz. 132) vermeld, dat De Crane, toen hij op 14 september 1780 tot Rector en Gymnasiarcha der scholen van Dockum beroepen werd, al ras kennis maakte met een jong man van zijnen leeftijd, Taco Schonegevel, en diens vader, die "het middelpunt was van een kring van beminnaren der geschied- en zedekundige wetenschappen…". Ook dat duidt er op, dat het gezelschap in 1780 reeds bestond.
Belangrijkste informatiebron is 'De Dokkumer Krans - Een gesprek in den Prinsentuin' (het leven van Burgemeester Th. Feenstra) (1867) door Wopke Eekhoff. Eekhoff (1809-1880) was stadsarchivaris van Leeuwarden in de periode dat Feenstra daar burgemeester was. Hij moet bij zijn beschrijvingen informatie uit de eerste hand van Feenstra hebben gehad en kan dus als een zeer betrouwbaar informant worden beschouwd.
Hij schrijft: "In die dagen, omstreeks 1780, was er grote voorspoed in Friesland. Er vormden zich hier en daar sociëteiten, leesgezelschappen en kransen, waarin men de algemeene belangen besprak en zich onderling oefende…..Te Dokkum was zulk een zondagmiddag-gezelschap opgerigt door de zeer geachte heeren HERKE en zijn zoon TACO SCHONEGEVEL, beide bekwame en smaakvolle mannen van den vooruitgang en leden van de daar destijds bestaande Remonstrantse gemeente..….tot die kring behoorden ook de opvolgende Rectoren der Latijnse school, die hier insgelijks hunne proefjaren doorbrachten, en wel J.A. NODELL, R. VAN OMMEREN, J.W.DE CRANE, E. EPKEMA en P. HOFMAN PEERLKAMP, die later insgelijks in ruimer kring groten roem verwierven".
Welnu, vast staat, dat Nodell als rector aan de Latijnse school verbonden was van 18 november 1776 tot 12 mei 1780, de datum waarop hij het rectoraat in Kampen aanvaardde. Ook Richaeus van Ommeren, die hem opvolgde, maar al op 2 september 1780 vertrok naar Amersfoort, wordt als lid van het Gezelschap genoemd door Eekhoff. De oprichtingdatum moet dus beslist vóór 1780 gelegen hebben. Daar Eekhoff vermeldt, dat deze gezelschappen zich omstreeks 1780 vormden, zal het ook niet lang voor die tijd geweest zijn, zodat het een verantwoorde schatting lijkt om 1778 als oprichtingsjaar aan te houden.