De eerste keer, dat het Gezelschap besloot een jubileum te vieren, was in het jaar 1928. We vinden daarvan melding in de notulen van 5 februari 1928, waarin staat: Het blijkt door de zorgvuldige nasporingen van br Vonck dat sinds 1 Julie 1788 het leesgezelschap 140 jaar heeft bestaan. Besloten wordt dit feit te vieren; een ander maal zal over de wijze waarop worden gesproken.
Hoe 'zorgvuldig' zijn die nasporingen geweest? Nergens blijkt wat br Vonck heeft nagespoord, maar in de eerstvolgende vergadering, op 4 maart 1928, ...doet Br Meijer lecture van een overzicht van de geschiedenis der apostelenklub, welke vol aandacht werd aangehoord. Dit overzicht is bewaard gebleven. Het is een goed doorwrocht verhaal, in twee schoolschriften uitgeschreven, in hoofdzaak gebaseerd op de notulenboeken, waarin als oprichtingsjaar tot driemaal toe het jaar 1780 wordt genoemd. Een jaartal, dat redelijk strookt met de later gevonden gegevens, op grond waarvan tot 1778 kan worden gekomen. Maar kennelijk strookt dit niet met het besluit van de vorige vergadering en met de wens om op korte termijn het 140-jarig bestaan te vieren en zonder veel scrupules wordt, waar vemeld werd: Legendaries doemen 5 heren voor ons op die in julie 1780 vermoedelik per trekschuit er heen gebracht, te Leeuwarden verenigd zijn in "de Prinsentuin" en daar een leesgezelschap gesticht hebben. 1780 in 1788 veranderd, netjes, maar wel zichtbaar, zonder er aan te denken, dat het jaartal 1780 nog tweemaal in het stuk voorkomt. Met deze geschiedvervalsing verschaft men zich het motief om toch het beoogde 140-jarig betaan te vieren.
De besluitvorming over deze viering vindt plaats in de vergadering van 2 juni 1928. Br Vonck spreekt namens de feestkommissie, doet verslag van haar werkzaamheden en brengt haar voorstellen ter sprake. Algemeen is men van oordeel dat een diner in "De Posthoorn" te slecht zal worden en dat het uitnodigen van oud-leden te kostbaar wordt. Er zijn vele en velerlei stromingen die achtereenvolgens zich doen horen.
De volgende vraagstukken worden de vergadering voorgelegd:
Moet de vergadering in Posthoorn plaatsvinden, 5-1 verworpen
Moet de vergadering elders zijn, 6-0 aangenomen
Moeten oud-leden worden uitgenodigd, 5-1 verworpen
Zal de vergadering in Groningen zijn, 5-1 aangenomen
Moet eerst wat getoerd worden, 6-0 aangenomen
Moet in Paterswolde of elders worden gebitterd, 6-0 aangenomen
Moet per eigen auto worden gereden, 6-0 aangenomen
Moet een afzonderlike chauffeur mee, 5-1 aangenomen
Moet de datum medio Augustus zijn, 6-0 aangenomen
Ten slotte maakte Br. Laan er een voorstel van ook de echtgenoten der broeders uit te nodigen, immers zij zijn het die ten slotte de meeste lasten der bijeenkomsten dragen terwijl de broeders de lusten hebben. Ook is zulks niet in strijd met de heilige tradities daar reeds in de grijze oertijd dames wel eens tegenwoordig zijn geweest en ook een afzonderlijke dameskrans heeft bestaan.
Dit voorstel wordt aangenomen door het voorstemmen van br voorzitter, daar de stemming is 3-3.
Het voorstel om alle dames of geen enkele mee te nemen wordt aangenomen 6-0.
Het voorstel om dan een auto te Murmerwoude te huren wordt aangenomen 6-0.
Het voorstel de nadere regeling aan de kommissie op te dragen met 6-0.
Het voorstel tot sluiting der debatten 6-0.
Uiteindelijk wordt het vermeende 140-jarig bestaan gevierd op 2 september 1928. Een verslag ontbreekt, doch er zijn enkele foto's bewaard gebleven, waaruit blijkt dat men in ieder geval een bos en een hunebed heeft aangedaan.
Staande voor het hunebed v.l.n.r.: Mw. Baas, Dokter Vonck, Br. Zwart. Zittend op het hunebed: Mw. Zwart, daarboven Mw. Raven, Mw. Meijer, Mw. van der Laan, Mw. Postma, Br. van der Laan, Br. Meijer, Br. Baas, Br. Postma, daarboven Br. Raben. v.l.n.r.: Br. Meijer, Br. Zwart, Mw. van der Laan, Mw. Baas, Mw. Raven. Mw. Meijer, Br. Raven, Br. van der Laan, Mw. Zwart, Br. Baas, Br. Postma, Mw. Postma. Dokter Vonck ontbreekt op de foto, hij maakte hem waarschijnlijk.
Men lijkt nu de smaak van het feestvieren te pakken te hebben. In de notulen van 3 juni 1929 staat: Aan de orde komt de feestviering van het vorig jaar. Br. Vlietstra acht het nodig er op te wijzen dat het niet beslist noodzakelik is weer 10 jaar te wachten voor een uitstapje gedaan wordt. Hij stelt voor in 1930 weder een gezamelike tocht te organiseren en dit vervolgens om de 5 jaar te doen. Br. Baas wil echter niet wachten op 1930 doch reeds in 1929 feest vieren. Dit wordt met 7 voor tegen 1 stem tegen aangenomen. Een kommissie wordt gekozen bestaande uit de broeders Raven, Vonck en van der Laan. Aan de kommissie wordt de vrije hand gelaten alleen wordt bepaald dat ieder meemoet of niemand. Zodra er dus één broeder (en/of zuster) verhinderd is gaat de tocht niet door.
Echter van activiteiten van de met zoveel geestdrift benoemde commissie blijkt niets in de notulen.